Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Overgangswet W.V.O.

 

Artikel 13
1
De uit ?s Rijks kas bekostigde hogereburgerscholen A en B worden met ingang van 1 augustus 1968 athenea of scholen voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, ter keuze van de gemeenteraad, indien het een gemeentelijke school betreft, en van het bevoegd gezag, indien het een rijksschool of een bijzondere school betreft. Zij vangen op die datum aan met het eerste leerjaar.
2
In afwijking van het eerste lid wordt een hogereburgerschool A, waarvan de eerste drie leerjaren niet samenvallen met een hogereburgerschool B noch met een gymnasium, een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs.
3
Indien een hogereburgerschool B of een hogereburgerschool A en B, waarvan niet een of meer leerjaren samenvallen met een gymnasium, in elk van de jaren 1965, 1966 en 1967 werd bezocht door ten minste 400 leerlingen, gerekend naar de toestand op 16 september, kan de school worden omgezet in een scholengemeenschap, bestaande uit een atheneum en een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs dan wel in een atheneum met een afdeling voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder b, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
4
Indien een hogereburgerschool B of een hogereburgerschool A en B, waarvan een of meer leerjaren samenvallen met een gymnasium, tezamen met dit gymnasium in elk van de jaren 1965, 1966 en 1967 werd bezocht door ten minste 600 leerlingen, gerekend naar de toestand op 16 september, kan deze school tezamen met het gymnasium worden omgezet in een scholengemeenschap, bestaande uit een lyceum en een school voor hoger algemeen voortgezet onderwijs dan wel in een lyceum met een afdeling voor hoger algemeen voortgezet onderwijs, als bedoeld in artikel 8, eerste lid onder b, van de Wet op het voortgezet onderwijs.
5
Indien het een gemeentelijke of een bijzondere school betreft, doet het bevoegd gezag van het besluit tot omzetting van de hogereburgerschool, bedoeld in de vorige leden, voor 1 februari 1968 mededeling aan Onze minister.
6
Met betrekking tot de op 1 augustus 1968 aangevangen hogere leerjaren blijven de op 31 juli 1968 geldende voorschriften van toepassing tot 1 augustus 1972. Voor het schooljaar 1972-1973 kan het bevoegd gezag, voor zover het een gemeentelijke of een bijzondere school betreft onder goedkeuring van Onze minister, alsnog een vijfde leerjaar volgens die voorschriften vormen. Indien de cursusduur van de hogereburgerschool met een jaar was verlengd, blijven de op 31 juli 1968 geldende voorschriften van toepassing tot 1 augustus 1973 en kan het bevoegd gezag, voor zover het een gemeentelijke of een bijzondere school betreft onder goedkeuring van Onze minister, voor het schooljaar 1973-1974 alsnog een zesde leerjaar volgens die voorschriften vormen.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •